Voor mijn eerste blog voor Physical Therapy Abroad deel ik graag mijn meest dierbare verhaal. Hoewel ik op dit moment in mijn hoofd de argumenten van één van mijn adviseurs al hoor dat dit niet de slimste zet is. Zo krijg ik natuurlijk nooit een groot publiek voor mijn verhalen. Ik deel dit verhaal namelijk niet omdat het zo’n mooi verhaal over het buitenland is en zeker niet omdat het zo inspirerend is. Nee, ik begin met dit verhaal, omdat ik het persoonlijk erg belangrijk vind. Zodat jij en ik beseffen wat vrijheid is en iedereen hier recht op heeft.
Het kortgehouden plafond van de wereld
Voordat we eindelijk het vliegveld in Lhasa mogen verlaten, moeten we onze Tibet Permit meerdere keren laten zien. Bijzonder, omdat we diezelfde procedure ook al drie keer hebben doorlopen voordat we in China het vliegtuig instapten. Buiten staat onze (vrouwelijke) gids al op ons te wachten. Na een uurtje rijden, waarbij we gelijk de meest overweldigende uitzichten zien, komen we aan in ons hotel. We maken kennis met onze medereizigers tijdens een typische Tibetaanse welkomstmaaltijd.
De volgende ochtend gaan we naar de Yokhang tempel en het Potala Palace. Die eerste is een belangrijke tempel voor Boeddhisten en moet minstens één keer in het leven bezocht worden. Een van de hogere lamas (priesters) geeft de mensen een getal en zo vaak moet men bidden voor, op, of rond de tempel. Het bidden lijkt haast op een “slow-motion-duik”, waarbij de mensen eerst boven hun hoofd bidden en dan langzaam naar de grond gaan, met hun armen naar voren.
Onze gids vertelt ons dat zij het getal 10.000 heeft, wat erg weinig is. Inderdaad – dat is ook wat wij ons afvragen – weinig?!
Stel je voor. Deze mensen doen dit op meer dan 3km hoogte, waar wij überhaupt al moeite hebben om een trap op te lopen. Zelfs oude mannen en vrouwen voeren dit uit, alsof het niets is, puur voor hun geloof.
De tweede plek die we bezoeken die dag, het Potala Palace, is een soort van regeringsgebouw waar de Dalai Lama officieel zijn huis heeft. Alhoewel, heel veel meer dan een kamer is het niet, heel eenvoudig. De Chinezen hebben dit allemaal aangepakt, waardoor het nu alleen nog maar een zwaar gereguleerde bezienswaardigheid is.
Zo geldt het voor alle kloosters, tempels en andere plekken die we bezoeken. Overal moeten we detectiepoortjes door en lopen er Chinese militairen rond met hun geweren. Onze Tibet Permit is onderweg van plaats tot plaats gezien door ongeveer vijftig (natuurlijk Chinese) ambtenaren. Echt, ik overdrijf niet.
Het is moeilijk om te begrijpen waarom het op deze manier gebeurt. Waarom wil Peking dat het boeddhisme in Tibet zo gereguleerd wordt? Waarom vernietigen ze er zoveel culturele en religieuze plekken, terwijl ze zelf ook boeddhistisch zijn? Waarom mogen de Tibetanen China niet verlaten?
Als we alleen met ons groepje zijn kunnen we er vrijuit over praten en discussiëren met onze gids. Zodra onze (Chinese) touroperator in de buurt is, of wanneer er militairen rondlopen hebben we het er niet over.
Het zorgt ervoor dat ik alles op een heel andere manier zie. Wat is het bijzonder hoe de mensen hier alsnog volledig voor hun geloof gaan. Alle rituelen, hoewel zwaar gereguleerd, blijven uitvoeren en dat ze hoop houden ooit weer vrij te zullen zijn. Onze gids verzucht; “Hoe zou het zijn geweest als de Engelsen ons nog zouden bezetten… Wie weet zouden onze belangrijke tempels dan niet vernietigd zijn en konden we reizen naar heilige plekken in India en Nepal.”
Het is haar grootste droom om ooit het land uit te kunnen om deze plekken te bezoeken. Het is dan ook een extra emotioneel moment als wij aan het einde van onze rondreis als – inmiddels hechte -groep verder gaan richting Kathmandu en zij achterblijft. Wij hebben op dat moment geen idee dat we nog ruim 7 maanden zullen reizen. De anderen in onze groep weten evenmin wat hun plannen zijn, maar trekken net als ons vrolijk de hele wereld rond met simpel “een stempeltje hier” of “een visumpje daar”.
Ik voel me verdrietig, maar besluit me er op dat moment niet te schuldig over te voelen, wat kan ik er persoonlijk aan veranderen? Maar ik neem me voor, zodra ik de mogelijkheid krijg, anderen erover in te lichten hoe het er in Tibet aan toe gaat. Hoe het voor deze bijzondere mensen is om te leven zonder vrijheid. Wie weet dat er met voldoende aandacht ooit een mogelijkheid komt dat onze gids haar droom ziet uitkomen en zij de grens naar buurland Nepal over mag.
Het is overigens een bewuste keuze om haar naam niet te noemen. Wij reizen na Tibet nog een tijd door met één van de jongens uit de groep die op een dag een review achter laat op een reiswebsite. Hij waarschuwt mensen daarin over de politieke toestand van het land. Hij wordt direct benaderd door de Chinese touroperator die laat weten dat hij en de Tibetaanse gids uit hun ambt dreigen te worden gezet door de Chinese regering als hij dit bericht niet direct verwijderd.
“Vrijheid is het belangrijkste wat we hebben.”